zondag 28 oktober 2012

Een sprookje uit duizend en een nacht.

Wanneer mag men iets verbieden.

Dat is een lastige vraag.
Mijn eerste reactie zou zijn; men mag helemaal nooit never niks verbieden. Dat zegt de zelfstandige(ondernemer), anti-autoritaire anarchist in mij. Maar als men van u steelt, u bedriegt, uw huis en haard bedreigt en vrouw en kinderen molesteert. Dan wordt dat al ras een ander verhaal.

Ik zat ooit op een kunstakademie.
Ik heb er maar één les geleerd. Eén of tweemaal per week -hou me ten goede- moesten we bij die leraar elkaars werk beoordelen. De meuk werd op de muur geplakt en; "barst maar los."
Het was by far de interessantste les. Ik heb er niks kunstzinnigs van geleerd. We kregen opdrachten als: Je krijgt drie kleuren en een vel papier en je mag alleen kleine streepjes maken. Dat werden dus troebele 'pizza's' over het algemeen, maar dat doet er niet toe. Het interessante was dat 80 tot 90% van de mensen hetzelfde aanwees als zijnde mooi of lelijk.

Wij hebben blijkbaar een soort van gezamenlijk cognitief brein.
Ik bedoel dat we dezelfde dingen mooi en lelijk vinden. En dat geldt ook voor wat we goed en kwaad vinden. Wat we vinden wat wel kan en wat niet. En of je nou arm of rijk bent, of links of rechts, of gestudeerd hebt of niet. Met je handen werkt of met je hoofd. 

We hebben een zodanig lange gezamenlijke geschiedenis dat we een beetje op elkaar zijn gaan lijken. En dat maakt(e) ons tot een homogene samenleving. Niet in de zin dat je maar één kant uit kan, maar dat er vrijheid is en je -bijna-  alles kan/mag. We waren er zo zeker van dat we er gelijke waarden en normen op na hielden dat we de 'freedom' of speech geen eens in onze grondwet hebben vastgelegd.

We hebben wel andere rare dingen in onze grondwet opgenomen die hiermee conflicteren.

Ik wil u een hypothetisch geval voorleggen, om bij de titel van deze post aan te sluiten. 'Wanneer moet men iets verbieden?'

Ik neem een verzonnen  politieke partij en ik noem deze partij de 'Democratische partij voor vooruitgang, vrede en democratie.' What's in a name tenslotte. Nu ga ik deze partij met een aantal abjecte standpunten opzadelen, gewoon voor de gein, omdat het kan. En als ik gezeik krijg noem ik het -lekker puh-  een religie. 

1- We willen de hele wereld veroveren, hoe maakt niet uit.
2- Iedereen die ons in de weg staat maken we af.
3- Iedereen die hier kritiek op heeft maken we nog eerder af.
4- We voeren de totale apartheid in; wij zijn goed, zij slecht.
5- Niet partij-leden hebben geen rechten whatso-ever.
6- Vrouwen ook niet, want wij hebben een onverzadigbare behoefte aan seksslavinnen en broedmachines.
7- Liegen is onze hoogste deugd.
8- Tegenstribbelaars persen we af in naam van de partij.
9- Al hun bezittingen, cultuur en historie gaan zoiezo in vlammen op, dat hebben we al bewezen.
10- En alle Joden moeten dood.

Het is maar een hypothetische partij hoor.
De islam bestaat helemaal niet, dat is een sprookje uit duizend en een nacht.


1 opmerking: